hyperboliseren

Conjugations List of Hyperboliseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikhyperboliseerhyperboliseerdeheb gehyperboliseerd
jij, je, uhyperboliseerthyperboliseerdehebt gehyperboliseerd
hij, zij, hethyperboliseerthyperboliseerdeheeft gehyperboliseerd
wijhyperboliserenhyperboliseerdenhebben gehyperboliseerd
julliehyperboliserenhyperboliseerdenhebben gehyperboliseerd
zij, zehyperboliserenhyperboliseerdenhebben gehyperboliseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Hyperboliseren with some of the pronouns.

  • Ik hyperboliseer vaak om mijn punt kracht bij te zetten.
  • Jij hyperboliseert altijd als je iets vertelt.
  • Hij/Zij hyperboliseert graag om de aandacht te trekken.
  • Wij hyperboliseren soms om het verhaal interessanter te maken.
  • Jullie hyperboliseren nooit en vertellen altijd de waarheid.
  • Zij hyperboliseren regelmatig in hun presentaties.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Hyperboliseren with some of the pronouns.

  • Ik hyperboliseerde vaak om mijn punt kracht bij te zetten.
  • Jij hyperboliseerde altijd als je iets vertelde.
  • Hij/Zij hyperboliseerde graag om de aandacht te trekken.
  • Wij hyperboliseerden soms om het verhaal interessanter te maken.
  • Jullie hyperboliseerden nooit en vertelden altijd de waarheid.
  • Zij hyperboliseerden regelmatig in hun presentaties.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Hyperboliseren with some of the pronouns.

  • Ik heb vaak gehyperboliseerd om mijn punt kracht bij te zetten.
  • Jij hebt altijd gehyperboliseerd als je iets vertelde.
  • Hij/Zij heeft graag gehyperboliseerd om de aandacht te trekken.
  • Wij hebben soms gehyperboliseerd om het verhaal interessanter te maken.
  • Jullie hebben nooit gehyperboliseerd en hebben altijd de waarheid verteld.
  • Zij hebben regelmatig gehyperboliseerd in hun presentaties.