idealiseren

Conjugations List of Idealiseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikidealiseeridealiseerdeheb geïdealiseerd
jij, je, uidealiseertidealiseerdehebt geïdealiseerd
hij, zij, hetidealiseertidealiseerdeheeft geïdealiseerd
wijidealiserenidealiseerdenhebben geïdealiseerd
jullieidealiserenidealiseerdenhebben geïdealiseerd
zij, zeidealiserenidealiseerdenhebben geïdealiseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Idealiseren with some of the pronouns.

  • Ik idealiseer de natuur en haar schoonheid.
  • Jij idealiseert de liefde en romantiek.
  • Hij/zij idealiseert bekende personen en hun prestaties.
  • Wij idealiseren de jeugd en haar onbezorgdheid.
  • Zij idealiseren de samenleving en haar gelijkheid.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Idealiseren with some of the pronouns.

  • Vroeger idealiseerde ik mijn carrière en ambitie.
  • Toen ik jong was, idealiseerde ik vriendschap en loyaliteit.
  • Hij/zij idealiseerde altijd de zomer en haar warmte.
  • In die tijd idealiseerden wij vrijheid en avontuur.
  • Als kind idealiseerden zij sprookjes en fantasiewerelden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Idealiseren with some of the pronouns.

  • Ik heb de conceptie van perfectie geïdealiseerd.
  • Jij hebt een idyllisch beeld van het verleden geïdealiseerd.
  • Hij/zij heeft zijn/haar succes te veel geïdealiseerd.
  • Wij hebben de harmonie tussen mens en natuur geïdealiseerd.
  • Zij hebben de kunst en haar creativiteit geïdealiseerd.