infiltreren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | infiltreer | infiltreerde | ben geïnfiltreerd |
jij, je, u | infiltreert | infiltreerde | bent geïnfiltreerd |
hij, zij, het | infiltreert | infiltreerde | is geïnfiltreerd |
wij | infiltreren | infiltreerden | zijn geïnfiltreerd |
jullie | infiltreren | infiltreerden | zijn geïnfiltreerd |
zij, ze | infiltreren | infiltreerden | zijn geïnfiltreerd |
Presens
Example presens sentences for Infiltreren with some of the pronouns.
- Ik infiltreer in de criminele organisatie.
- Jij infiltreert in het bedrijf.
- Hij/zij infiltreert in de politieke partij.
- Wij infiltreren in het hackersnetwerk.
- Jullie infiltreren in de geheime sekte.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Infiltreren with some of the pronouns.
- Ik infiltreerde vaak in de rivaliserende bende.
- Jij infiltreerde stiekem in het gebouw.
- Hij/zij infiltreerde voor een lange tijd in de criminele organisatie.
- Wij infiltreerden regelmatig in de geheime vergaderingen.
- Jullie infiltreerden onopgemerkt in de beveiligde locatie.
Perfectum
Example perfectum sentences for Infiltreren with some of the pronouns.
- Ik heb geïnfiltreerd in het drugskartel.
- Jij bent geïnfiltreerd in de terroristische groepering.
- Hij/zij heeft geïnfiltreerd in de bende.
- Wij zijn geïnfiltreerd in de spionageorganisatie.
- Jullie hebben geïnfiltreerd in de vijandelijke basis.