inkijken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kijk in | keek in | heb ingekeken |
jij, je, u | kijkt in | keek in | hebt ingekeken |
hij, zij, het | kijkt in | keek in | heeft ingekeken |
wij | kijken in | keken in | hebben ingekeken |
jullie | kijken in | keken in | hebben ingekeken |
zij, ze | kijken in | keken in | hebben ingekeken |
PresensBeta
Example presens sentences for Inkijken with some of the pronouns.
- Ik kijk in de spiegel om mijn haar te controleren.
- Hij kijkt altijd in zijn agenda voor afspraken.
- Zij kijkt in haar tas op zoek naar haar sleutels.
- We kijken in de koelkast om te zien wat er nog is.
- Jullie kijken altijd in de krant voor het laatste nieuws.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Inkijken with some of the pronouns.
- Toen ik langs het raam liep, keek ik naar buiten.
- Hij keek naar de sterren terwijl hij op het gras lag.
- Zij keek naar de foto's en herinnerde zich de goede tijden.
- We keken naar de film die gisteravond op televisie was.
- Jullie keken met verbazing naar de mooie zonsondergang.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Inkijken with some of the pronouns.
- Ik heb in de map gekeken, maar ik kon het document niet vinden.
- Hij heeft in het boek gekeken om het antwoord te vinden.
- Zij heeft in de doos gekeken en vond een verrassing.
- We hebben in de lade gekeken en vonden oude foto's.
- Jullie hebben in de database gekeken voor de juiste informatie.