inklimmen

Conjugations List of Inklimmen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikklim inklom inben ingeklommen
jij, je, uklimt inklom inbent ingeklommen
hij, zij, hetklimt inklom inis ingeklommen
wijklimmen inklommen inzijn ingeklommen
jullieklimmen inklommen inzijn ingeklommen
zij, zeklimmen inklommen inzijn ingeklommen

Presens
Beta

Example presens sentences for Inklimmen with some of the pronouns.

  • Ik klim in de boom.
  • Jij klimt in de bergen.
  • Hij klimt op het dak.
  • Zij klimmen in de speeltuin.
  • Wij klimmen over het hek.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Inklimmen with some of the pronouns.

  • Ik klom in de boom.
  • Jij klom in de bergen.
  • Hij klom op het dak.
  • Zij klommen in de speeltuin.
  • Wij klommen over het hek.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Inklimmen with some of the pronouns.

  • Ik ben in de boom geklommen.
  • Jij bent in de bergen geklommen.
  • Hij is op het dak geklommen.
  • Zij zijn in de speeltuin geklommen.
  • Wij zijn over het hek geklommen.