inkloppen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | klop in | klopte in | heb ingeklopt |
jij, je, u | klopt in | klopte in | hebt ingeklopt |
hij, zij, het | klopt in | klopte in | heeft ingeklopt |
wij | kloppen in | klopten in | hebben ingeklopt |
jullie | kloppen in | klopten in | hebben ingeklopt |
zij, ze | kloppen in | klopten in | hebben ingeklopt |
PresensBeta
Example presens sentences for Inkloppen with some of the pronouns.
- Ik klop de gegevens in het systeem.
- Jij klopt de cijfers in de rekenmachine.
- Hij klopt de tekst in de typemachine.
- Zij klopten de spijkers in het hout.
- Wij kloppen de matras op om hem te reinigen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Inkloppen with some of the pronouns.
- Ik klopte de gegevens in het systeem in.
- Jij klopte de cijfers in de rekenmachine in.
- Hij klopte de tekst in de typemachine in.
- Zij klopten de spijkers in het hout in.
- Wij klopten de matras op om hem te reinigen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Inkloppen with some of the pronouns.
- Ik heb de gegevens in het systeem ingeklopt.
- Jij hebt de cijfers in de rekenmachine ingeklopt.
- Hij heeft de tekst in de typemachine ingeklopt.
- Zij hebben de spijkers in het hout ingeklopt.
- Wij hebben de matras opgeklopt om hem te reinigen.