inkomen

Conjugations List of Inkomen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkom inkwam inben ingekomen
jij, je, ukomt inkwam inbent ingekomen
hij, zij, hetkomt inkwam inis ingekomen
wijkomen inkwamen inzijn ingekomen
julliekomen inkwamen inzijn ingekomen
zij, zekomen inkwamen inzijn ingekomen

Presens
Beta

Example presens sentences for Inkomen with some of the pronouns.

  • Ik kom binnen in de kamer.
  • Jij komt binnen met een glimlach.
  • Hij/Zij komt binnen met een paraplu.
  • Wij komen binnen en begroeten iedereen.
  • Jullie komen binnen en nemen plaats aan de tafel.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Inkomen with some of the pronouns.

  • Vroeger kwam ik altijd binnen zonder te kloppen.
  • Toen ik jong was, kwam ik regelmatig binnen via het raam.
  • Hij/Zij kwam gisteren binnen en zei niets.
  • Wij kwamen vroeger altijd binnen door de achterdeur.
  • Jullie kwamen binnen en begonnen direct te praten.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Inkomen with some of the pronouns.

  • Ik ben binnengekomen en heb mijn jas opgehangen.
  • Jij bent binnengekomen en hebt de deur gesloten.
  • Hij/Zij is binnengekomen en heeft zijn/haar tas neergezet.
  • Wij zijn binnengekomen en hebben de lichten aangedaan.
  • Jullie zijn binnengekomen en hebben koffie gezet.