inkoppen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kop in | kopte in | heb ingekopt |
jij, je, u | kopt in | kopte in | hebt ingekopt |
hij, zij, het | kopt in | kopte in | heeft ingekopt |
wij | koppen in | kopten in | hebben ingekopt |
jullie | koppen in | kopten in | hebben ingekopt |
zij, ze | koppen in | kopten in | hebben ingekopt |
PresensBeta
Example presens sentences for Inkoppen with some of the pronouns.
- Ik kop in bij de bakker.
- Jij kopt in op het voetbalveld.
- Hij of zij kopt in met een krachtige slag.
- Wij koppen in tijdens de vergadering.
- Jullie koppen in op de markt.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Inkoppen with some of the pronouns.
- Ik kopte in bij de bakker.
- Jij kopte in op het voetbalveld.
- Hij of zij kopte in met een krachtige slag.
- Wij kopten in tijdens de vergadering.
- Jullie kopten in op de markt.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Inkoppen with some of the pronouns.
- Ik heb ingekopt bij de bakker.
- Jij hebt ingekopt op het voetbalveld.
- Hij of zij heeft ingekopt met een krachtige slag.
- Wij hebben ingekopt tijdens de vergadering.
- Jullie hebben ingekopt op de markt.