uitknippen

Conjugations List of Uitknippen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikknip uitknipte uitheb uitgeknipt
jij, je, uknipt uitknipte uithebt uitgeknipt
hij, zij, hetknipt uitknipte uitheeft uitgeknipt
wijknippen uitknipten uithebben uitgeknipt
jullieknippen uitknipten uithebben uitgeknipt
zij, zeknippen uitknipten uithebben uitgeknipt

Presens
Beta

Example presens sentences for Uitknippen with some of the pronouns.

  • Ik knip de afbeelding uit.
  • Jij knipt de foto's uit.
  • Hij knipt de bonnetjes uit.
  • Zij knipt de patronen uit.
  • We knippen de krantenartikelen uit.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uitknippen with some of the pronouns.

  • Ik knipte de afbeelding uit.
  • Jij knipte de foto's uit.
  • Hij knipte de bonnetjes uit.
  • Zij knipte de patronen uit.
  • We knipten de krantenartikelen uit.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uitknippen with some of the pronouns.

  • Ik heb de afbeelding uitgeknipt.
  • Jij hebt de foto's uitgeknipt.
  • Hij heeft de bonnetjes uitgeknipt.
  • Zij heeft de patronen uitgeknipt.
  • We hebben de krantenartikelen uitgeknipt.