klappertanden

Conjugations List of Klappertanden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikklappertandklappertanddeheb geklappertand
jij, je, uklappertandtklappertanddehebt geklappertand
hij, zij, hetklappertandtklappertanddeheeft geklappertand
wijklappertandenklappertanddenhebben geklappertand
jullieklappertandenklappertanddenhebben geklappertand
zij, zeklappertandenklappertanddenhebben geklappertand

Presens
Beta

Example presens sentences for Klappertanden with some of the pronouns.

  • Ik klappertand wanneer het koud is.
  • Jij klappertandt van de zenuwen.
  • Hij klappertandt door de spanning.
  • Wij klappertanden van de koude wind.
  • Zij klappertanden tijdens het wachten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Klappertanden with some of the pronouns.

  • Ik klappertandde toen ik werd verrast.
  • Jij klappertandde altijd als je zenuwachtig was.
  • Hij klappertandde elke keer dat hij sprak.
  • Wij klappertandden tijdens de hele voorstelling.
  • Zij klappertandden vaak in die situatie.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Klappertanden with some of the pronouns.

  • Ik heb geklappertand toen ik buiten stond.
  • Jij bent gaan klappertanden van schrik.
  • Hij heeft al eerder geklappertand van angst.
  • Wij zijn gestopt met klappertanden na de behandeling.
  • Zij hebben veel geklappertand opgemerkt tijdens de presentatie.