memoreren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | memoreer | memoreerde | heb gememoreerd |
jij, je, u | memoreert | memoreerde | hebt gememoreerd |
hij, zij, het | memoreert | memoreerde | heeft gememoreerd |
wij | memoreren | memoreerden | hebben gememoreerd |
jullie | memoreren | memoreerden | hebben gememoreerd |
zij, ze | memoreren | memoreerden | hebben gememoreerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Memoreren with some of the pronouns.
- Ik memoreer de woordenschat elke dag.
- Jij memoreert de regels goed.
- Hij/Zij/Het memoriseert de tekst moeiteloos.
- Wij memoriseren de belangrijkste data van de geschiedenisles.
- Jullie memoriseren de namen van de hoofdsteden snel.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Memoreren with some of the pronouns.
- Ik memoreerde de feiten tijdens de presentatie.
- Jij memoreerde de namen van de kunstenaars.
- Hij/Zij/Het memoreerde de regels niet goed.
- Wij memoreerden de belangrijkste gebeurtenissen uit de geschiedenis.
- Jullie memoreerden de data van buiten.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Memoreren with some of the pronouns.
- Ik heb de lesstof gememoriseerd.
- Jij hebt de informatie goed gememoriseerd.
- Hij/Zij/Het heeft de formules correct gememoriseerd.
- Wij hebben de woordenlijst van buiten geleerd.
- Jullie hebben de toetsinhoud grondig gememoriseerd.