voortschrijden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | schrijd voort | schreed voort | ben voortgeschreden |
jij, je, u | schrijdt voort | schreed voort | bent voortgeschreden |
hij, zij, het | schrijdt voort | schreed voort | is voortgeschreden |
wij | schrijden voort | schreden voort | zijn voortgeschreden |
jullie | schrijden voort | schreden voort | zijn voortgeschreden |
zij, ze | schrijden voort | schreden voort | zijn voortgeschreden |
Presens
Example presens sentences for Voortschrijden with some of the pronouns.
- De tijd voortschrijdt onverbiddelijk.
- Ik voorschrijd in mijn studie naar taalkunde.
- De technologie voortschrijdt snel.
- Hij voorschrijdt met grote stappen naar zijn doel.
- Wij voorschrijden samen op het pad van vooruitgang.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Voortschrijden with some of the pronouns.
- Tijdens de renaissance voortschreed de wetenschap enorm.
- Toen ik jong was, voorschreed ik langzaam in mijn carrière.
- Vroeger voorschreidden mensen te voet over lange afstanden.
- Terwijl de zon onderging, voorschredden we verder door het bos.
- Gedurende de oorlog voorschreidden de gevechten dag en nacht.
Perfectum
Example perfectum sentences for Voortschrijden with some of the pronouns.
- De ontwikkeling is voortgeschreden sinds de vorige vergadering.
- Ik ben voortgeschreden in mijn kennis van wiskunde.
- Het project is voortgeschreden volgens plan.
- Zij zijn voortgeschreden in hun reis rond de wereld.
- We hebben voortgeschreden met de restauratie van het oude gebouw.