inpikken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | pik in | pikte in | heb ingepikt |
jij, je, u | pikt in | pikte in | hebt ingepikt |
hij, zij, het | pikt in | pikte in | heeft ingepikt |
wij | pikken in | pikten in | hebben ingepikt |
jullie | pikken in | pikten in | hebben ingepikt |
zij, ze | pikken in | pikten in | hebben ingepikt |
PresensBeta
Example presens sentences for Inpikken with some of the pronouns.
- Ik pik altijd een stukje chocolade in na het eten.
- Jij pikt regelmatig ideeën van anderen in jouw presentaties.
- Hij pikt soms wat extra vakantiedagen in.
- Zij pikt snel nieuwe talen in tijdens haar reizen.
- Wij pikken af en toe een film in voordat we gaan slapen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Inpikken with some of the pronouns.
- Vroeger pikte ik altijd snoepjes in bij de buurtsuper.
- Toen ik jong was, pikte jij vaak mijn speelgoed in.
- Hij pikte regelmatig een lift in naar school.
- Zij pikten vroeger appels in bij de boomgaard.
- Wij pikten soms bloemen in uit de tuin van de buren.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Inpikken with some of the pronouns.
- Ik heb gisteren een paar koekjes ingepikt uit de voorraadkast.
- Jij hebt vorige week een goede deal ingepikt tijdens het winkelen.
- Hij heeft al veel ervaring ingepikt op zijn vorige baan.
- Zij heeft de beste plek ingepikt in de bioscoop.
- Wij hebben tickets voor het concert ingepikt voordat ze uitverkocht waren.