inschroeven

Conjugations List of Inschroeven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikschroef inschroefde inheb ingeschroefd
jij, je, uschroeft inschroefde inhebt ingeschroefd
hij, zij, hetschroeft inschroefde inheeft ingeschroefd
wijschroeven inschroefden inhebben ingeschroefd
jullieschroeven inschroefden inhebben ingeschroefd
zij, zeschroeven inschroefden inhebben ingeschroefd

Presens
Beta

Example presens sentences for Inschroeven with some of the pronouns.

  • Ik schroef de planken in elkaar.
  • Jij schroeft de lamp in het plafond.
  • Hij schroeft de schroeven vast.
  • Wij schroeven de tafel in elkaar.
  • Zij schroeven de schilderijen aan de muur.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Inschroeven with some of the pronouns.

  • Ik schroefde de planken in elkaar.
  • Jij schroefde de lamp in het plafond.
  • Hij schroefde de schroeven vast.
  • Wij schroefden de tafel in elkaar.
  • Zij schroefden de schilderijen aan de muur.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Inschroeven with some of the pronouns.

  • Ik heb de planken in elkaar geschroefd.
  • Jij hebt de lamp in het plafond geschroefd.
  • Hij heeft de schroeven vastgeschroefd.
  • Wij hebben de tafel in elkaar geschroefd.
  • Zij hebben de schilderijen aan de muur geschroefd.