institutionaliseren

Conjugations List of Institutionaliseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikinstitutionaliseerinstitutionaliseerdeheb geïnstitutionaliseerd
jij, je, uinstitutionaliseertinstitutionaliseerdehebt geïnstitutionaliseerd
hij, zij, hetinstitutionaliseertinstitutionaliseerdeheeft geïnstitutionaliseerd
wijinstitutionalisereninstitutionaliseerdenhebben geïnstitutionaliseerd
jullieinstitutionalisereninstitutionaliseerdenhebben geïnstitutionaliseerd
zij, zeinstitutionalisereninstitutionaliseerdenhebben geïnstitutionaliseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Institutionaliseren with some of the pronouns.

  • Ik institutionaliseer de nieuwe regels binnen de organisatie.
  • Jij institutionaliseert de werkwijze in de klas.
  • Hij/Zij institutionaliseert het gebruik van technologie in het onderwijs.
  • Wij institutionaliseren de samenwerking met andere scholen.
  • Zij institutionaliseren een duurzaamheidsbeleid binnen de school.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Institutionaliseren with some of the pronouns.

  • Vroeger institutionaliseerde men de leerplannen op een andere manier.
  • Toen ik begon te werken, was de praktijk nog niet geïnstitutionaliseerd.
  • In het verleden werden de procedures niet goed geïnstitutionaliseerd.
  • Tijdens mijn vorige baan was er geen sprake van geïnstitutionaliseerde feedback.
  • Vroeger werd er minder waarde gehecht aan het institutionaliseren van het curriculum.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Institutionaliseren with some of the pronouns.

  • Ik heb het concept van institutionalisering uitgelegd aan mijn studenten.
  • Jij bent betrokken geweest bij het proces van institutionalisering.
  • Hij/Zij heeft het beleid geïmplementeerd en geïnstitutionaliseerd.
  • Wij hebben de richtlijnen voor institutionalisering gevolgd.
  • Zij zijn succesvol geweest in het institutionaliseren van de nieuwe normen.