integreren

Conjugations List of Integreren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikintegreerintegreerdeheb geïntegreerd
jij, je, uintegreertintegreerdehebt geïntegreerd
hij, zij, hetintegreertintegreerdeheeft geïntegreerd
wijintegrerenintegreerdenhebben geïntegreerd
jullieintegrerenintegreerdenhebben geïntegreerd
zij, zeintegrerenintegreerdenhebben geïntegreerd

Presens

Example presens sentences for Integreren with some of the pronouns.

  • Ik integreer graag in de Nederlandse samenleving.
  • Jij integreert goed met je nieuwe buren.
  • Hij/Zij integreert snel in het team.
  • Wij integreren verschillende culturen in onze organisatie.
  • Jullie integreren je in de lokale gemeenschap.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Integreren with some of the pronouns.

  • Vroeger integreerde ik moeilijk in nieuwe omgevingen.
  • Toen ik jong was, integreerde jij langzaam in groepen.
  • Hij/Zij integreerde altijd soepel in verschillende culturen.
  • In het verleden integreerden wij verschillende tradities in ons leven.
  • Jullie integreerden vroeger niet goed in de lokale gemeenschap.

Perfectum

Example perfectum sentences for Integreren with some of the pronouns.

  • Ik heb geïntegreerd in mijn nieuwe buurt.
  • Jij bent goed geïntegreerd in de maatschappij.
  • Hij/Zij is snel geïntegreerd in ons bedrijf.
  • Wij hebben diverse culturen geïntegreerd in ons team.
  • Jullie zijn succesvol geïntegreerd in de Nederlandse cultuur.