intypen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | typ in | typte in | heb ingetypt |
| jij, je, u | typt in | typte in | hebt ingetypt |
| hij, zij, het | typt in | typte in | heeft ingetypt |
| wij | typen in | typten in | hebben ingetypt |
| jullie | typen in | typten in | hebben ingetypt |
| zij, ze | typen in | typten in | hebben ingetypt |
PresensBeta
Example presens sentences for Intypen with some of the pronouns.
- Ik typ de tekst in.
- Jij typt de gegevens in.
- Hij/Zij tikt het wachtwoord in.
- Wij typen de formulieren in.
- Zij typen de codes in.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Intypen with some of the pronouns.
- Ik typte de tekst in.
- Jij typte de gegevens in.
- Hij/Zij tikte het wachtwoord in.
- Wij typten de formulieren in.
- Zij typten de codes in.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Intypen with some of the pronouns.
- Ik heb de tekst ingetypt.
- Jij hebt de gegevens ingetypt.
- Hij/Zij heeft het wachtwoord ingetikt.
- Wij hebben de formulieren ingetypt.
- Zij hebben de codes ingetypt.