islamiseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | islamiseer | islamiseerde | heb geïslamiseerd |
jij, je, u | islamiseert | islamiseerde | hebt geïslamiseerd |
hij, zij, het | islamiseert | islamiseerde | heeft geïslamiseerd |
wij | islamiseren | islamiseerden | hebben geïslamiseerd |
jullie | islamiseren | islamiseerden | hebben geïslamiseerd |
zij, ze | islamiseren | islamiseerden | hebben geïslamiseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Islamiseren with some of the pronouns.
- De islamiseert de samenleving in hoog tempo.
- Ik islamiseer mijn klaslokaal door islamitische waarden te bespreken.
- Jij islamiseert je wijk met jouw actieve betrokkenheid bij de moslimgemeenschap.
- Hij/zij/het islamiseert de media door islamitische standpunten te verspreiden.
- Wij islamiseren onze menu's door halal-opties aan te bieden.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Islamiseren with some of the pronouns.
- Vroeger werd de samenleving langzaam geïslamiseerd.
- Ik islamiseerde mijn klaslokaal door islamitische waarden te bespreken.
- Jij islamiseerde je wijk met jouw betrokkenheid bij de moslimgemeenschap.
- Hij/zij/het islamiseerde de media door islamitische standpunten te verspreiden.
- Wij islamiseerden onze menu's door halal-opties aan te bieden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Islamiseren with some of the pronouns.
- De samenleving is snel geïslamiseerd.
- Ik heb mijn klaslokaal geïslamiseerd door islamitische waarden te bespreken.
- Jij hebt je wijk geïslamiseerd door actief betrokken te zijn bij de moslimgemeenschap.
- Hij/zij/het heeft de media geïslamiseerd door islamitische standpunten te verspreiden.
- Wij hebben onze menu's geïslamiseerd door halal-opties aan te bieden.