waarnemen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | neem waar | nam waar | heb waargenomen |
jij, je, u | neemt waar | nam waar | hebt waargenomen |
hij, zij, het | neemt waar | nam waar | heeft waargenomen |
wij | nemen waar | namen waar | hebben waargenomen |
jullie | nemen waar | namen waar | hebben waargenomen |
zij, ze | nemen waar | namen waar | hebben waargenomen |
PresensBeta
Example presens sentences for Waarnemen with some of the pronouns.
- Ik neem de bloemen waar in de tuin.
- Hij neemt de geluiden waar in het bos.
- Wij nemen de veranderingen waar in de samenleving.
- Jullie nemen de geur waar van versgebakken brood.
- Zij nemen de kleuren waar van de zonsondergang.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Waarnemen with some of the pronouns.
- Vroeger nam ik altijd de geluiden van de stad waar.
- Hij nam de spanning in de lucht waar voor de storm.
- Wij namen de drukte in de winkelstraat waar op zaterdag.
- Jullie namen de emoties waar bij de theatervoorstelling.
- Zij namen de mist in het bos waar tijdens hun wandeling.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Waarnemen with some of the pronouns.
- Ik heb de nieuwe kunsttentoonstelling waargenomen.
- Hij heeft de vogels waargenomen met zijn verrekijker.
- Wij hebben de ontwikkelingen nauwlettend waargenomen.
- Jullie hebben de vreugde in hun ogen waargenomen.
- Zij hebben de sterrenhemel waargenomen tijdens de vakantie.