jakhalzen

Conjugations List of Jakhalzen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikjakhalsjakhalsdeheb gejakhalsd
jij, je, ujakhalstjakhalsdehebt gejakhalsd
hij, zij, hetjakhalstjakhalsdeheeft gejakhalsd
wijjakhalzenjakhalsdenhebben gejakhalsd
julliejakhalzenjakhalsdenhebben gejakhalsd
zij, zejakhalzenjakhalsdenhebben gejakhalsd

Presens
Beta

Example presens sentences for Jakhalzen with some of the pronouns.

  • De jakhalzen jagen in de nacht.
  • Ik zie de jakhalzen rennen over de vlakte.
  • De jakhalzen eten voornamelijk aas.
  • Wij observeren de jakhalzen in hun natuurlijke habitat.
  • De jakhalzen vermijden confrontaties met andere roofdieren.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Jakhalzen with some of the pronouns.

  • Vroeger jaagden de jakhalzen hier in grote groepen.
  • Toen ik jonger was, zag ik vaak jakhalzen in dit gebied.
  • De jakhalzen renden door de velden terwijl de zon onderging.
  • We keken toe terwijl de jakhalzen elkaar achtervolgden.
  • Als kind was ik gefascineerd door de jakhalzen in de dierentuin.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Jakhalzen with some of the pronouns.

  • Ik heb de jakhalzen eerder gezien in dit gebied.
  • Zij zijn op zoek geweest naar voedsel als jakhalzen.
  • We hebben de jakhalzen horen huilen in de verte.
  • Hebben jullie de jakhalzen ooit geobserveerd?
  • Hij is nog nooit zo dicht bij de jakhalzen gekomen.