kriskrassen

Conjugations List of Kriskrassen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkriskraskriskrasteheb gekriskrast
jij, je, ukriskrastkriskrastehebt gekriskrast
hij, zij, hetkriskrastkriskrasteheeft gekriskrast
wijkriskrassenkriskrastenhebben gekriskrast
julliekriskrassenkriskrastenhebben gekriskrast
zij, zekriskrassenkriskrastenhebben gekriskrast

Presens
Beta

Example presens sentences for Kriskrassen with some of the pronouns.

  • Ik kriskras door de stad om nieuwe plekken te ontdekken.
  • Jij kriskrast graag in je schetsboek als hobby.
  • Hij/zij/het kriskrast onleesbare lijnen op het papier.
  • Wij kriskrassen onze namen op de boomstam.
  • Jullie kriskrassen vrolijke figuren op de stoep met krijt.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Kriskrassen with some of the pronouns.

  • Ik kriskraste altijd in mijn schoolagenda tijdens saaie lessen.
  • Jij kriskraste vroeger veel op de muren van je slaapkamer.
  • Hij/zij/het kriskraste met een potlood op het bureau.
  • Wij kriskrasten vaak als kinderen op de achterkant van oude enveloppen.
  • Jullie kriskrasten in het geheim boodschappen op elkaars notitieblokken.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Kriskrassen with some of the pronouns.

  • Ik heb gekriskrast op de witte muur en moest het schoonmaken.
  • Jij bent de hele dag bezig geweest en hebt gekriskrast op elk stuk papier.
  • Hij/zij/het heeft een prachtige tekening gekriskrast op het canvas.
  • Wij hebben samen gekriskrast tijdens de kunstles.
  • Jullie zijn naar het strand gegaan en hebben in het zand gekriskrast.