krompraten

Conjugations List of Krompraten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikpraat krompraatte kromheb kromgepraat
jij, je, upraat krompraatte kromhebt kromgepraat
hij, zij, hetpraat krompraatte kromheeft kromgepraat
wijpraten krompraatten kromhebben kromgepraat
julliepraten krompraatten kromhebben kromgepraat
zij, zepraten krompraatten kromhebben kromgepraat

Presens
Beta

Example presens sentences for Krompraten with some of the pronouns.

  • Ik krompraat
  • Jij krompraat
  • Hij/Zij krompraat
  • Wij krompraten
  • Jullie krompraten

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Krompraten with some of the pronouns.

  • Ik krompraatte
  • Jij krompraatte
  • Hij/Zij krompraatte
  • Wij krompraatten
  • Jullie krompraatten

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Krompraten with some of the pronouns.

  • Ik heb kromgepraat
  • Jij hebt kromgepraat
  • Hij/Zij heeft kromgepraat
  • Wij hebben kromgepraat
  • Jullie hebben kromgepraat