kuiven

Conjugations List of Kuiven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkuifkuifdeheb gekuifd
jij, je, ukuiftkuifdehebt gekuifd
hij, zij, hetkuiftkuifdeheeft gekuifd
wijkuivenkuifdenhebben gekuifd
julliekuivenkuifdenhebben gekuifd
zij, zekuivenkuifdenhebben gekuifd

Presens
Beta

Example presens sentences for Kuiven with some of the pronouns.

  • Ik kuijf naar het strand.
  • Jij kuift je haren elke ochtend.
  • Hij/Zij/Het kuift zijn/haar/hun verenkleed.
  • Wij kuiven graag op de fiets door de stad.
  • Jullie kuiven vaak met de wind in de rug.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Kuiven with some of the pronouns.

  • Ik kuifde vroeger altijd mijn haar anders.
  • Jij kuifde je verenkleed voor de spiegel.
  • Hij/Zij/Het kuifde zijn/haar/hun haar met gel.
  • Wij kuifden vaak samen in de badkamer.
  • Jullie kuifden elke zomer op het strand.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Kuiven with some of the pronouns.

  • Ik heb gekuifd op het feest gisteravond.
  • Jij bent je haar aan het kuiven geweest.
  • Hij/Zij/Het heeft zijn/haar/hun verenkleed gekuifd.
  • Wij hebben veel gekuifd tijdens onze vakantie.
  • Jullie zijn met de zeilboot gekuifd op de rivier.