kullen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kul | kulde | heb gekuld |
jij, je, u | kult | kulde | hebt gekuld |
hij, zij, het | kult | kulde | heeft gekuld |
wij | kullen | kulden | hebben gekuld |
jullie | kullen | kulden | hebben gekuld |
zij, ze | kullen | kulden | hebben gekuld |
PresensBeta
Example presens sentences for Kullen with some of the pronouns.
- Ik kuller vandaag de groenten voor het avondeten.
- Jij kullert graag in de tuin tijdens het weekend.
- Hij kullert altijd met zijn vrienden na schooltijd.
- Wij kulleren regelmatig naar de bioscoop.
- Zij kulleren samen aan een project voor school.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Kullen with some of the pronouns.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Kullen with some of the pronouns.
- Ik heb gekuld op het feest gisteravond.
- Jij bent blijven kullen tot laat in de nacht.
- Hij heeft al vaak gekuld in dit café.
- Wij zijn naar het strand gegaan en hebben daar gekuld.
- Zij hebben intensief gekuld tijdens de wedstrijd.