leegpompen

Conjugations List of Leegpompen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikpomp leegpompte leegheb leeggepompt
jij, je, upompt leegpompte leeghebt leeggepompt
hij, zij, hetpompt leegpompte leegheeft leeggepompt
wijpompen leegpompten leeghebben leeggepompt
julliepompen leegpompten leeghebben leeggepompt
zij, zepompen leegpompten leeghebben leeggepompt

Presens
Beta

Example presens sentences for Leegpompen with some of the pronouns.

  • Ik pomp de tank leeg.
  • Jij pompt de tank leeg.
  • Hij/Zij pompt de tank leeg.
  • Wij pompen de tank leeg.
  • Jullie pompen de tank leeg.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Leegpompen with some of the pronouns.

  • Ik pompte de tank leeg.
  • Jij pompte de tank leeg.
  • Hij/Zij pompte de tank leeg.
  • Wij pompten de tank leeg.
  • Jullie pompten de tank leeg.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Leegpompen with some of the pronouns.

  • Ik heb de tank leeggepompt.
  • Jij hebt de tank leeggepompt.
  • Hij/Zij heeft de tank leeggepompt.
  • Wij hebben de tank leeggepompt.
  • Jullie hebben de tank leeggepompt.