misdoen

Conjugations List of Misdoen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmisdoemisdeedheb misdaan
jij, je, umisdoetmisdeedhebt misdaan
hij, zij, hetmisdoetmisdeedheeft misdaan
wijmisdoenmisdedenhebben misdaan
julliemisdoenmisdedenhebben misdaan
zij, zemisdoenmisdedenhebben misdaan

Presens
Beta

Example presens sentences for Misdoen with some of the pronouns.

  • Ik doe iets verkeerd en ik voel me schuldig.
  • Hij doet vaak verkeerde dingen zonder spijt.
  • Wij doen af en toe fouten, maar we leren ervan.
  • Jullie doen altijd het juiste, jullie maken nooit fouten.
  • Zij doen anderen pijn met hun daden.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Misdoen with some of the pronouns.

  • Vroeger deed ik vaak verkeerde dingen, maar nu ben ik veranderd.
  • Hij deed altijd het tegenovergestelde van wat van hem werd verwacht.
  • Wij deden soms onbewust anderen onrecht aan.
  • Jullie deden vaak uitspraken die anderen kwetsten.
  • Zij deden dingen waar ze later spijt van hadden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Misdoen with some of the pronouns.

  • Ik heb iets verkeerd gedaan en ik betreur het.
  • Hij heeft meerdere keren misstappen begaan in zijn leven.
  • Wij hebben onze vrienden teleurgesteld door onze acties.
  • Jullie hebben het goede pad verlaten en verkeerde keuzes gemaakt.
  • Zij hebben veel mensen benadeeld door hun gedrag.