heropenen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | heropen | heropende | heb heropend |
jij, je, u | heropent | heropende | hebt heropend |
hij, zij, het | heropent | heropende | heeft heropend |
wij | heropenen | heropenden | hebben heropend |
jullie | heropenen | heropenden | hebben heropend |
zij, ze | heropenen | heropenden | hebben heropend |
Presens
Example presens sentences for Heropenen with some of the pronouns.
- Ik heropen de winkel elke ochtend om 9 uur.
- De burgemeester heropent het park na renovatiewerkzaamheden.
- Wij heropenen de bibliotheek na de zomervakantie.
- Jullie heropenen de zaak na een tijdelijke sluiting.
- De eigenaar heropent het restaurant met een nieuwe menukaart.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Heropenen with some of the pronouns.
- Vroeger heropende ik de winkel altijd om 8 uur.
- De burgemeester heropende regelmatig het park voor evenementen.
- Wij heropenden de bibliotheek elke maandag na het weekend.
- Jullie heropenden de zaak telkens wanneer er nieuwe voorraad was.
- De eigenaar heropende het restaurant meestal op vrijdagavond.
Perfectum
Example perfectum sentences for Heropenen with some of the pronouns.
- Ik heb de winkel vanochtend heropend.
- De burgemeester heeft het park heropend nadat de renovatie was voltooid.
- Wij hebben de bibliotheek na de zomervakantie heropend.
- Jullie hebben de zaak weer geopend na de tijdelijke sluiting.
- De eigenaar heeft het restaurant heropend met een feestelijke opening.