leidinggeven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | geef leiding | gaf leiding | heb leidinggegeven |
jij, je, u | geeft leiding | gaf leiding | hebt leidinggegeven |
hij, zij, het | geeft leiding | gaf leiding | heeft leidinggegeven |
wij | geven leiding | gaven leiding | hebben leidinggegeven |
jullie | geven leiding | gaven leiding | hebben leidinggegeven |
zij, ze | geven leiding | gaven leiding | hebben leidinggegeven |
PresensBeta
Example presens sentences for Leidinggeven with some of the pronouns.
- Ik geef leiding aan een team van professionals.
- De manager geeft leiding aan het project.
- Jij geeft leiding aan de vergadering.
- Wij geven leiding aan de organisatie.
- Zij geven leiding aan de afdeling.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Leidinggeven with some of the pronouns.
- Vroeger gaf ik leiding aan een klein bedrijf.
- Toen hij nog bij ons werkte, gaf hij leiding aan het marketingteam.
- In die tijd gaven wij leiding aan een internationaal project.
- Mijn vorige baas gaf altijd leiding tijdens de teamvergaderingen.
- Zij gaven leiding aan de afdeling voordat de herstructurering plaatsvond.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Leidinggeven with some of the pronouns.
- Ik heb leidinggegeven aan verschillende projecten.
- De directeur heeft leidinggegeven tijdens de reorganisatie.
- Jullie hebben leidinggegeven aan de implementatie van het nieuwe systeem.
- Wij hebben leidinggegeven aan het bouwproject.
- Zij hebben leidinggegeven aan het onderzoeksteam.