lillen

Conjugations List of Lillen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iklillildeheb gelild
jij, je, uliltlildehebt gelild
hij, zij, hetliltlildeheeft gelild
wijlillenlildenhebben gelild
jullielillenlildenhebben gelild
zij, zelillenlildenhebben gelild

Presens
Beta

Example presens sentences for Lillen with some of the pronouns.

  • Ik lillen in het park.
  • Jij lillen snel.
  • Hij/Zij lillen graag.
  • Wij lillen samen.
  • Zij lillen altijd op zondag.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Lillen with some of the pronouns.

  • Vroeger lilde ik elke dag.
  • Jij lilde vroeger ook.
  • Hij/Zij lilde altijd in de avond.
  • Wij lilden toen we jong waren.
  • Zij lilden regelmatig tijdens de vakantie.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Lillen with some of the pronouns.

  • Ik heb gelild in de tuin.
  • Jij bent al eerder gelild.
  • Hij/Zij heeft gisteren gelild.
  • Wij hebben vaak gelild.
  • Zij zijn naar het strand gelild.