lippen

Conjugations List of Lippen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikliplipteheb gelipt
jij, je, uliptliptehebt gelipt
hij, zij, hetliptlipteheeft gelipt
wijlippenliptenhebben gelipt
jullielippenliptenhebben gelipt
zij, zelippenliptenhebben gelipt

Presens
Beta

Example presens sentences for Lippen with some of the pronouns.

  • Ik lip
  • Jij lippen
  • Hij/Zij/Het leeft
  • Wij lippen
  • Jullie lippelen

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Lippen with some of the pronouns.

  • Ik lipte
  • Jij lipte
  • Hij/Zij/Het lipte
  • Wij lipten
  • Jullie lipten

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Lippen with some of the pronouns.

  • Ik heb gelipd
  • Jij hebt gelipd
  • Hij/Zij/Het heeft gelipd
  • Wij hebben gelipd
  • Jullie hebben gelipd