losraken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | raak los | raakte los | ben losgeraakt |
jij, je, u | raakt los | raakte los | bent losgeraakt |
hij, zij, het | raakt los | raakte los | is losgeraakt |
wij | raken los | raakten los | zijn losgeraakt |
jullie | raken los | raakten los | zijn losgeraakt |
zij, ze | raken los | raakten los | zijn losgeraakt |
PresensBeta
Example presens sentences for Losraken with some of the pronouns.
- Ik raak los.
- Jij raakt los.
- Hij/Zij/Het raakt los.
- Wij raken los.
- Jullie raken los.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Losraken with some of the pronouns.
- Ik raakte los.
- Jij raakte los.
- Hij/Zij/Het raakte los.
- Wij raakten los.
- Jullie raakten los.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Losraken with some of the pronouns.
- Ik ben losgeraakt.
- Jij bent losgeraakt.
- Hij/Zij/Het is losgeraakt.
- Wij zijn losgeraakt.
- Jullie zijn losgeraakt.