malverseren

Conjugations List of Malverseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmalverseermalverseerdeheb gemalverseerd
jij, je, umalverseertmalverseerdehebt gemalverseerd
hij, zij, hetmalverseertmalverseerdeheeft gemalverseerd
wijmalverserenmalverseerdenhebben gemalverseerd
julliemalverserenmalverseerdenhebben gemalverseerd
zij, zemalverserenmalverseerdenhebben gemalverseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Malverseren with some of the pronouns.

  • Hij malverseert met de boekhouding van het bedrijf.
  • De verdachte malverseert al jarenlang met belastingaangiftes.
  • Wij ontdekken dat ze malverseren met de financiële rapporten.
  • De fraudeurs malverseren met overheidsfondsen.
  • Jullie moeten stoppen met malverseren, anders volgen er ernstige consequenties.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Malverseren with some of the pronouns.

  • Hij malverseerde met de projectfinanciering.
  • De verdachte malverseerde regelmatig tijdens zijn dienstverband.
  • Wij ontdekten dat ze vroeger malverseerden met de subsidiegelden.
  • De fraudeurs malverseerden gedurende lange tijd met de verzekeringspremies.
  • Jullie malverseerden vaak met de financiële verslagen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Malverseren with some of the pronouns.

  • Hij heeft malverseerd met de investeringsfondsen.
  • De beschuldigde heeft jarenlang malversaties gepleegd.
  • Wij hebben ontdekt dat ze hebben malverseerd met de bedrijfsrekeningen.
  • De fraudeurs zijn betrapt op het malverseren met pensioengelden.
  • Jullie hebben vorig jaar meerdere keren malversaties begaan.