masseren

Conjugations List of Masseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmasseermasseerdeheb gemasseerd
jij, je, umasseertmasseerdehebt gemasseerd
hij, zij, hetmasseertmasseerdeheeft gemasseerd
wijmasserenmasseerdenhebben gemasseerd
julliemasserenmasseerdenhebben gemasseerd
zij, zemasserenmasseerdenhebben gemasseerd

Presens

Example presens sentences for Masseren with some of the pronouns.

  • Ik masseer regelmatig mijn rug na het sporten.
  • Jij masseert je hoofd om te ontspannen.
  • Hij of zij masseert de nek van zijn klanten.
  • Wij masseren onze voeten om de pijn te verlichten.
  • Jullie masseren graag elkaars schouders.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Masseren with some of the pronouns.

  • Vroeger masseerde ik mijn eigen benen na het hardlopen.
  • Toen ik jong was, masseerde ik regelmatig mijn moeder's schouders.
  • Hij of zij masseerde altijd met olie om de huid te hydrateren.
  • Wij masseerden elkaar vaak tijdens studiepauzes.
  • Jullie masseerden de vermoeide voeten van de wandelaars.

Perfectum

Example perfectum sentences for Masseren with some of the pronouns.

  • Ik heb gisteren mijn partner gemasseerd.
  • Jij hebt al veel mensen gemasseerd in je carrière.
  • Hij of zij heeft een professionele massagecursus gevolgd.
  • Wij hebben ons altijd laten masseren tijdens vakanties.
  • Jullie hebben de spieren goed losgemaakt met het masseren.