vooruitgaan

Conjugations List of Vooruitgaan.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikga vooruitging vooruitben vooruitgegaan
jij, je, ugaat vooruitging vooruitbent vooruitgegaan
hij, zij, hetgaat vooruitging vooruitis vooruitgegaan
wijgaan vooruitgingen vooruitzijn vooruitgegaan
julliegaan vooruitgingen vooruitzijn vooruitgegaan
zij, zegaan vooruitgingen vooruitzijn vooruitgegaan

Presens
Beta

Example presens sentences for Vooruitgaan with some of the pronouns.

  • Ik ga vooruit in mijn studie.
  • Hij gaat vooruit in zijn carrière.
  • Zij gaan vooruit met hun project.
  • We gaan vooruit in het spel.
  • Jullie gaan vooruit met jullie taalvaardigheid.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Vooruitgaan with some of the pronouns.

  • Ik ging vooruit in mijn studie.
  • Hij ging vooruit in zijn carrière.
  • Zij gingen vooruit met hun project.
  • We gingen vooruit in het spel.
  • Jullie gingen vooruit met jullie taalvaardigheid.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Vooruitgaan with some of the pronouns.

  • Ik ben vooruitgegaan in mijn studie.
  • Hij is vooruitgegaan in zijn carrière.
  • Zij zijn vooruitgegaan met hun project.
  • We zijn vooruitgegaan in het spel.
  • Jullie zijn vooruitgegaan met jullie taalvaardigheid.