meedenken
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | denk mee | dacht mee | heb meegedacht |
| jij, je, u | denkt mee | dacht mee | hebt meegedacht |
| hij, zij, het | denkt mee | dacht mee | heeft meegedacht |
| wij | denken mee | dachten mee | hebben meegedacht |
| jullie | denken mee | dachten mee | hebben meegedacht |
| zij, ze | denken mee | dachten mee | hebben meegedacht |
PresensBeta
Example presens sentences for Meedenken with some of the pronouns.
- Ik denk mee met het project.
- Jij denkt mee over de oplossing.
- Hij of zij denkt actief mee tijdens de vergadering.
- Wij denken graag mee om een plan te maken.
- Jullie denken altijd goed mee in dit team.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Meedenken with some of the pronouns.
- Vroeger dacht ik vaak mee met mijn collega's.
- Toen jij hier werkte, dacht je altijd goed mee.
- Hij of zij dacht vroeger minder actief mee.
- In die periode dachten wij intensief mee met de klant.
- Jullie dachten niet altijd even kritisch mee in dat project.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Meedenken with some of the pronouns.
- Ik heb meegedacht over de strategie.
- Jij bent betrokken geweest en hebt meegedacht.
- Hij of zij heeft actief meegedacht in het proces.
- Wij zijn nauw betrokken geweest en hebben meegedacht.
- Jullie hebben altijd constructief meegedacht in deze situatie.