meezitten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | null | null | null |
jij, je, u | null | null | null |
hij, zij, het | zit mee | zat mee | heeft meegezeten |
wij | null | null | null |
jullie | null | null | null |
zij, ze | null | null | null |
PresensBeta
Example presens sentences for Meezitten with some of the pronouns.
- Het zit vaak mee als we op tijd vertrekken naar het strand.
- Ik zit momenteel in een goede periode waarin alles meezit.
- Als de omstandigheden gunstig zijn, zit het meestal mee.
- Het weer kan soms flink tegenzitten, maar vandaag zit het gelukkig mee.
- Wanneer je positief blijft, zal het uiteindelijk wel meezitten.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Meezitten with some of the pronouns.
- Vroeger zat het niet altijd mee, maar nu gaat het beter.
- Toen ik jong was, zat het me vaak tegen en leek niets mee te zitten.
- Tijdens onze reis waren er momenten waarop het echt niet meezat.
- Gisteren was een dag waarop alles tegelijk fout ging en niets meezat.
- In die periode van mijn leven zat het emotioneel gezien absoluut niet mee.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Meezitten with some of the pronouns.
- Gisteren heeft het echt meegezeten tijdens onze wandeling in het bos.
- Ik ben blij dat ik de loterij heb gewonnen, dat heeft meegezeten!
- We hebben veel geluk gehad met het vinden van een parkeerplek. Het heeft meegezeten.
- Het is nog nooit zo voorspoedig gegaan; alles heeft echt meegezeten.
- Nadat mijn sollicitatiegesprek goed verliep, wist ik dat het meezat.