metalliseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | metalliseer | metalliseerde | heb gemetalliseerd |
jij, je, u | metalliseert | metalliseerde | hebt gemetalliseerd |
hij, zij, het | metalliseert | metalliseerde | heeft gemetalliseerd |
wij | metalliseren | metalliseerden | hebben gemetalliseerd |
jullie | metalliseren | metalliseerden | hebben gemetalliseerd |
zij, ze | metalliseren | metalliseerden | hebben gemetalliseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Metalliseren with some of the pronouns.
- Ik metaliseer metalen voorwerpen in mijn werkplaats.
- Jij metaliseert vaak onderdelen voor machines.
- Hij/Zij metaliseert met precisie en vakmanschap.
- Wij metaliseren het oppervlak van de auto om het te beschermen.
- Zij metaliseren grote stalen constructies.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Metalliseren with some of the pronouns.
- Vroeger metaliseerde ik kleine onderdelen met de hand.
- Toen ik jong was, metaliseerde ik vaak speelgoedauto's.
- Hij/Zij metaliseerde regelmatig sieraden voor klanten.
- In die tijd metaliseerden we alles met behulp van chemische processen.
- Ze metaliseerden de architectonische ornamenten met veel zorg.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Metalliseren with some of the pronouns.
- Ik heb metaliseerd de metalen plaat gisteren.
- Jij hebt al vele onderdelen gemetaliseerd.
- Hij/Zij heeft de sculptuur prachtig metaliseerd.
- Wij hebben de hele machine gemetaliseerd voor extra duurzaamheid.
- Zij hebben de brugpijlers vakkundig gemetaliseerd.