metastaseren

Conjugations List of Metastaseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmetastaseermetastaseerdeben gemetastaseerd
jij, je, umetastaseertmetastaseerdebent gemetastaseerd
hij, zij, hetmetastaseertmetastaseerdeis gemetastaseerd
wijmetastaserenmetastaseerdenzijn gemetastaseerd
julliemetastaserenmetastaseerdenzijn gemetastaseerd
zij, zemetastaserenmetastaseerdenzijn gemetastaseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Metastaseren with some of the pronouns.

  • De tumor metastaseert naar andere organen.
  • De kanker metastaseert snel in het lichaam.
  • Wanneer de ziekte metastaseert, wordt behandeling moeilijker.
  • Het proces van metastasering begint in het vroege stadium van de ziekte.
  • Metastaseert de kanker al naar de lymfeklieren?

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Metastaseren with some of the pronouns.

  • De tumor metastaseerde naar andere organen.
  • Toen ik de diagnose kreeg, had de kanker zich al gemetastaseerd.
  • In die periode metastaseerden de tumoren regelmatig.
  • De kanker zou zijn gemetastaseerd als de behandeling niet was gestart.
  • Vroeger metastaseerde de ziekte vaak onopgemerkt.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Metastaseren with some of the pronouns.

  • De tumor is naar andere organen gemetastaseerd.
  • De kanker is snel in het lichaam gemetastaseerd.
  • De ziekte heeft zich verspreid en is gemetastaseerd.
  • Na de behandeling bleek dat de kanker was gemetastaseerd.
  • Heeft de kanker zich al eerder gemetastaseerd?