midgetgolfen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | midgetgolf | midgetgolfte | heb gemidgetgolft |
jij, je, u | midgetgolft | midgetgolfte | hebt gemidgetgolft |
hij, zij, het | midgetgolft | midgetgolfte | heeft gemidgetgolft |
wij | midgetgolfen | midgetgolften | hebben gemidgetgolft |
jullie | midgetgolfen | midgetgolften | hebben gemidgetgolft |
zij, ze | midgetgolfen | midgetgolften | hebben gemidgetgolft |
PresensBeta
Example presens sentences for Midgetgolfen with some of the pronouns.
- Ik midgetgolf vandaag met mijn vrienden.
- Jij midgetgolft graag in de zomer.
- Hij midgetgolft elke zondagochtend.
- Wij midgetgolfen regelmatig tijdens onze vakanties.
- Zij midgetgolfen competitief op nationaal niveau.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Midgetgolfen with some of the pronouns.
- Vroeger midgetgolfte ik vaak met mijn familie.
- Toen ik jong was, midgetgolfte ik altijd in de buurt.
- Hij midgetgolfte regelmatig toen hij nog in Nederland woonde.
- Wij midgetgolfden elke zomer op de camping.
- Zij midgetgolfden vroeger samen in het lokale park.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Midgetgolfen with some of the pronouns.
- Ik heb gisteren gemidgetgolft op de nieuwe baan.
- Jij bent al meerdere keren gaan midgetgolfen dit jaar.
- Hij heeft nog nooit midgetgolf gespeeld.
- Wij hebben vorige week midgetgolf gespeeld in het park.
- Zij zijn naar een midgetgolfbaan geweest tijdens hun stedentrip.