miskennen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | misken | miskende | heb miskend |
jij, je, u | miskent | miskende | hebt miskend |
hij, zij, het | miskent | miskende | heeft miskend |
wij | miskennen | miskenden | hebben miskend |
jullie | miskennen | miskenden | hebben miskend |
zij, ze | miskennen | miskenden | hebben miskend |
PresensBeta
Example presens sentences for Miskennen with some of the pronouns.
- Ik miskennen zijn talenten.
- Jij miskent de waarde van deze kunst.
- Hij miskent haar inspanningen.
- Zij miskennen de ernst van de situatie.
- Wij miskennen vaak de impact van onze woorden.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Miskennen with some of the pronouns.
- Ik miskende zijn talenten.
- Jij miskende de waarde van deze kunst.
- Hij miskende haar inspanningen.
- Zij miskenden de ernst van de situatie.
- Wij miskenden vaak de impact van onze woorden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Miskennen with some of the pronouns.
- Ik heb zijn talenten miskend.
- Jij hebt de waarde van deze kunst miskend.
- Hij heeft haar inspanningen miskend.
- Zij hebben de ernst van de situatie miskend.
- Wij hebben vaak de impact van onze woorden miskend.