misverstaan

Conjugations List of Misverstaan.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikversta misverstond misheb misverstaan
jij, je, uverstaat misverstond mishebt misverstaan
hij, zij, hetverstaat misverstond misheeft misverstaan
wijverstaan misverstonden mishebben misverstaan
jullieverstaan misverstonden mishebben misverstaan
zij, zeverstaan misverstonden mishebben misverstaan

Presens

Example presens sentences for Misverstaan with some of the pronouns.

  • Ik misverstaan de vraag.
  • Jij misverstaat mijn bedoeling.
  • Hij misverstaat vaak wat ik zeg.
  • Wij misverstaan elkaar soms.
  • Zij misverstaan de instructies.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Misverstaan with some of the pronouns.

  • Toen ik jong was, misverstond ik vaak mijn ouders.
  • Vroeger misverstond jij altijd mijn grapjes.
  • Hij misverstond regelmatig wat er in de les werd gezegd.
  • In die tijd misverstonden wij elkaar constant.
  • Als kind misverstonden zij meestal de instructies.

Perfectum

Example perfectum sentences for Misverstaan with some of the pronouns.

  • Ik heb de boodschap eerder misverstaan.
  • Jij hebt zijn woorden verkeerd misverstaan.
  • Hij heeft haar opmerking volledig misverstaan.
  • Wij hebben de situatie compleet misverstaan.
  • Zij hebben de betekenis van het gesprek verkeerd misverstaan.