muilbanden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | muilband | muilbandde | heb gemuilband |
jij, je, u | muilbandt | muilbandde | hebt gemuilband |
hij, zij, het | muilbandt | muilbandde | heeft gemuilband |
wij | muilbanden | muilbandden | hebben gemuilband |
jullie | muilbanden | muilbandden | hebben gemuilband |
zij, ze | muilbanden | muilbandden | hebben gemuilband |
PresensBeta
Example presens sentences for Muilbanden with some of the pronouns.
- Ik muilband de hond om te voorkomen dat hij blaft.
- Jij muilbandt je fiets voordat je hem op slot zet.
- Hij muilbandt zijn leerlingen om orde in de klas te houden.
- Wij muilbanden de paarden tijdens het rijden.
- Zij muilbanden hun kinderen als ze gaan wandelen in drukke gebieden.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Muilbanden with some of the pronouns.
- Ik muilbande de hond om te voorkomen dat hij blafte.
- Jij muilbande je fiets voordat je hem op slot zette.
- Hij muilbande zijn leerlingen om orde in de klas te houden.
- Wij muilbanden de paarden tijdens het rijden.
- Zij muilbanden hun kinderen als ze gingen wandelen in drukke gebieden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Muilbanden with some of the pronouns.
- Ik heb de hond gemuilband om te voorkomen dat hij blaft.
- Jij hebt je fiets gemuilband voordat je hem op slot zette.
- Hij heeft zijn leerlingen gemuilband om orde in de klas te houden.
- Wij hebben de paarden gemuilband tijdens het rijden.
- Zij hebben hun kinderen gemuilband toen ze gingen wandelen in drukke gebieden.