natafelen

Conjugations List of Natafelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktafel natafelde naheb nagetafeld
jij, je, utafelt natafelde nahebt nagetafeld
hij, zij, hettafelt natafelde naheeft nagetafeld
wijtafelen natafelden nahebben nagetafeld
jullietafelen natafelden nahebben nagetafeld
zij, zetafelen natafelden nahebben nagetafeld

Presens
Beta

Example presens sentences for Natafelen with some of the pronouns.

  • Ik natafel elke avond met mijn vrienden.
  • Jij natafelt graag na het eten.
  • Hij/zij natafelt altijd gezellig mee.
  • Wij natafelen vaak tot laat in de nacht.