ninjaën
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | ninja | ninjade | heb geninjaad |
jij, je, u | ninjaat | ninjade | hebt geninjaad |
hij, zij, het | ninjaat | ninjade | heeft geninjaad |
wij | ninjaën | ninjaden | hebben geninjaad |
jullie | ninjaën | ninjaden | hebben geninjaad |
zij, ze | ninjaën | ninjaden | hebben geninjaad |
PresensBeta
Example presens sentences for Ninjaën with some of the pronouns.
- Ik ninja vandaag in het park.
- Jij ninjat met veel behendigheid.
- Hij/Zij ninjaat door de straten van de stad.
- Wij ninjaen als een team tijdens de training.
- Jullie ninjaen met precisie en snelheid.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Ninjaën with some of the pronouns.
- Vroeger ninjade ik regelmatig in mijn jeugd.
- Toen jij jong was, ninjade je stiekem in het huis.
- Hij/Zij ninjade altijd onopgemerkt door de gangen.
- In die tijd ninjaden wij vaak in het bos.
- Tijdens onze jeugdjaren ninjaden jullie intensief.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Ninjaën with some of the pronouns.
- Ik heb gisteren geninjad in de tuin.
- Jij hebt al vele malen geninjad in het donker.
- Hij/Zij heeft al lang geleden geninjad op dat dak.
- Wij hebben samen meerdere keren geninjad in die zaal.
- Jullie hebben net geninjad tijdens de missie.