notificeren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | notificeer | notificeerde | heb genotificeerd |
jij, je, u | notificeert | notificeerde | hebt genotificeerd |
hij, zij, het | notificeert | notificeerde | heeft genotificeerd |
wij | notificeren | notificeerden | hebben genotificeerd |
jullie | notificeren | notificeerden | hebben genotificeerd |
zij, ze | notificeren | notificeerden | hebben genotificeerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Notificeren with some of the pronouns.
- Ik notificeer de vergadering.
- Jij notificeert de klanten.
- Hij/Zij notificeert de betrokken partijen.
- Wij notificeren de belangrijke gebeurtenis.
- Zij notificeren de wijzigingen in het beleid.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Notificeren with some of the pronouns.
- Ik notificeerde regelmatig belangrijke updates.
- Jij notificeerde de klanten over de nieuwe producten.
- Hij/Zij notificeerde altijd de betrokken partijen voorafgaand aan de vergadering.
- Wij notificeerden de belangrijke gebeurtenissen zodra ze plaatsvonden.
- Zij notificeerden de wijzigingen in het beleid aan de afdelingen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Notificeren with some of the pronouns.
- Ik heb genotificeerd dat de vergadering is verzet.
- Jij hebt de klanten genotificeerd over de veranderingen.
- Hij/Zij heeft de betrokken partijen genotificeerd over de uitkomst.
- Wij hebben de belangrijke gebeurtenis genotificeerd aan alle betrokkenen.
- Zij hebben de wijzigingen in het beleid genotificeerd aan het personeel.