omkijken

Conjugations List of Omkijken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkijk omkeek omheb omgekeken
jij, je, ukijkt omkeek omhebt omgekeken
hij, zij, hetkijkt omkeek omheeft omgekeken
wijkijken omkeken omhebben omgekeken
julliekijken omkeken omhebben omgekeken
zij, zekijken omkeken omhebben omgekeken

Presens
Beta

Example presens sentences for Omkijken with some of the pronouns.

  • Ik kijk om naar de mooie herinneringen.
  • Jij kijkt om naar het verleden.
  • Hij kijkt om naar zijn jeugd.
  • Wij kijken om naar de goede tijden.
  • Zij kijken om naar de oude tradities.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Omkijken with some of the pronouns.

  • Vroeger keek ik altijd om voordat ik de straat over stak.
  • Toen jij langskwam, keek ik snel om.
  • Hij keek om en zag zijn vrienden achter zich lopen.
  • Als kind keken wij altijd om als we in het donker waren.
  • Elke keer als zij langsliep, keek hij om.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Omkijken with some of the pronouns.

  • Ik heb omgekeken en zag niets bijzonders.
  • Jij bent omgekeken voordat je overstak.
  • Hij heeft omgekeken voordat hij de beslissing nam.
  • Wij zijn omgekeken voordat we vertrokken.
  • Zij hebben omgekeken voordat ze afscheid namen.