omzwermen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | omzwerm | omzwermde | heb omzwermd |
jij, je, u | omzwermt | omzwermde | hebt omzwermd |
hij, zij, het | omzwermt | omzwermde | heeft omzwermd |
wij | omzwermen | omzwermden | hebben omzwermd |
jullie | omzwermen | omzwermden | hebben omzwermd |
zij, ze | omzwermen | omzwermden | hebben omzwermd |
PresensBeta
Example presens sentences for Omzwermen with some of the pronouns.
- De bijen omzwermen de bloemen in de tuin.
- Vogels omzwermen de boomtoppen in de herfst.
- Kinderen omzwermen de ijskar als hij langskomt.
- Fans omzwermen de voetballers na de wedstrijd.
- Toeristen omzwermen de historische plekken in de stad.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Omzwermen with some of the pronouns.
- De bijen zwermde om rond de bloemen in de tuin.
- Vogels zwermden om rond de boomtoppen in de herfst.
- Kinderen zwermden om rond de ijskar als hij langskwam.
- Fans zwermden om rond de voetballers na de wedstrijd.
- Toeristen zwermden om rond de historische plekken in de stad.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Omzwermen with some of the pronouns.
- De bijen hebben de bloemen in de tuin omgezworven.
- Vogels hebben de boomtoppen in de herfst omgezworven.
- Kinderen hebben de ijskar omgezworven toen hij langskwam.
- Fans hebben de voetballers omgezworven na de wedstrijd.
- Toeristen hebben de historische plekken in de stad omgezworven.