ondermengen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | ondermeng | ondermengde | heb ondermengd |
| jij, je, u | ondermengt | ondermengde | hebt ondermengd |
| hij, zij, het | ondermengt | ondermengde | heeft ondermengd |
| wij | ondermengen | ondermengden | hebben ondermengd |
| jullie | ondermengen | ondermengden | hebben ondermengd |
| zij, ze | ondermengen | ondermengden | hebben ondermengd |
Presens
Example presens sentences for Ondermengen with some of the pronouns.
- Ik ondermeng de ingrediƫnten voor de taart.
- Jij ondermengt de verfkleuren om een nieuwe tint te creƫren.
- Hij/zij ondermengt de kruiden in de saus.
- Wij ondermengen de cementmix voor het leggen van de tegels.
- Jullie ondermengen de ingrediƫnten grondig.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Ondermengen with some of the pronouns.
- Ik ondermengde de ingrediƫnten voor de taart.
- Jij ondermengde de verfkleuren om een nieuwe tint te creƫren.
- Hij/zij ondermengde de kruiden in de saus.
- Wij ondermengden de cementmix voor het leggen van de tegels.
- Jullie ondermengden de ingrediƫnten grondig.
Perfectum
Example perfectum sentences for Ondermengen with some of the pronouns.
- Ik heb de ingrediƫnten ondergemengd voor de taart.
- Jij hebt de verfkleuren ondergemengd om een nieuwe tint te creƫren.
- Hij/zij heeft de kruiden ondergemengd in de saus.
- Wij hebben de cementmix ondergemengd voor het leggen van de tegels.
- Jullie hebben de ingrediƫnten grondig ondergemengd.