onderstellen

Conjugations List of Onderstellen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikonderstelondersteldeheb ondersteld
jij, je, uondersteltondersteldehebt ondersteld
hij, zij, hetondersteltondersteldeheeft ondersteld
wijonderstellenondersteldenhebben ondersteld
jullieonderstellenondersteldenhebben ondersteld
zij, zeonderstellenondersteldenhebben ondersteld

Presens
Beta

Example presens sentences for Onderstellen with some of the pronouns.

  • Ik onderstel dat hij gelijk heeft.
  • Jij onderstelt dat het regent vandaag.
  • Hij onderstelt dat de vergadering om twee uur begint.
  • Wij onderstellen dat zij de waarheid spreekt.
  • Jullie onderstellen dat het eten klaar is.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Onderstellen with some of the pronouns.

  • Ik onderstelde dat hij gelijk had.
  • Jij onderstelde dat het regende gisteren.
  • Hij onderstelde dat de vergadering om twee uur begon.
  • Wij onderstelden dat zij de waarheid sprak.
  • Jullie onderstelden dat het eten klaar was.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Onderstellen with some of the pronouns.

  • Ik heb ondersteld dat hij gelijk had.
  • Jij hebt ondersteld dat het gisteren regende.
  • Hij heeft ondersteld dat de vergadering om twee uur begon.
  • Wij hebben ondersteld dat zij de waarheid sprak.
  • Jullie hebben ondersteld dat het eten klaar was.