onthechten

Conjugations List of Onthechten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikonthechtonthechtteheb onthecht
jij, je, uonthechtonthechttehebt onthecht
hij, zij, hetonthechtonthechtteheeft onthecht
wijonthechtenonthechttenhebben onthecht
jullieonthechtenonthechttenhebben onthecht
zij, zeonthechtenonthechttenhebben onthecht

Presens
Beta

Example presens sentences for Onthechten with some of the pronouns.

  • Ik onthecht van materiĆ«le bezittingen.
  • Jij onthecht van je oude gewoontes.
  • Hij/zij onthecht van emotionele bagage.
  • Wij onthechten van wereldse verlangens.
  • Zij onthechten van hun vroegere overtuigingen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Onthechten with some of the pronouns.

  • Ik onthechtte van mijn zorgen.
  • Jij onthechtte van destructieve gewoontes.
  • Hij/zij onthechtte van zijn/haar ego.
  • Wij onthechtten van vooroordelen.
  • Zij onthechtten van de druk van de samenleving.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Onthechten with some of the pronouns.

  • Ik heb onthecht van mijn oude denkpatronen.
  • Jij hebt onthecht van negatieve relaties.
  • Hij/zij heeft onthecht van het verleden.
  • Wij hebben onthecht van onze angsten.
  • Zij hebben onthecht van materialisme.